donderdag 31 maart 2011
Dendermonde : Pieter de paepe / 5de leerjaar SV Keur
De Best Bewaakte schat Juliõ César, de beste en rijkste kolonel ooit in het oude Rome, werd in de senaat tot generaal “geslagen”.Hij was zo blij dat hij riep:”Joepie, nu heb ik in plaats van 1.000 soldaten er al 5.000!!!” Hij was zo blij dat hij een super groot feest gaf. De Koninklijke familie was voltallig aanwezig. Hij nodigde iedereen uit om te eten en te drinken en voor een feestje in zijn villa en tuin. De soldaten mochten natuurlijk niet mee feesten. Ze moesten op hun post blijven staan. Er stonden zeker 50 soldaten rond zijn schat, want voor Juliõ César was zijn schat namelijk iets zeer belangrijks. Maar……..ondertussen bij de Kelten: “Ik haat die vuile, domme Juliõ César!”riep de majoor-generaal.”Ik ga zijn nek omdraaien!”voegde hij toe. Hij begon te grommen zoals een hond. Opeens kwam de verkenner naar de baas en zei dat er een spion van de vijand in z’n kamp zat. Hij werd zo boos, dat hij bijna ontplofte. Dus gingen ze op zoek naar die spion. Bij de rijke Romeinen: Die ene spion kwam terug van bij de Kelten en bracht verslag uit aan Juliõ César. “Hij wil u vermoorden, heer!”Juliõ César antwoordde:”Ik ben niet bang voor de Kelten, het zijn maar barbaren! Ik zal die Kelten eens een poepje laten ruiken!” Toen begon hij zo hard te lachen dat hij zich verslikte in een druif. Hij viel neer! Maar gelukkig, na een uur kwam hij terug bij! Na 2 uur feesten, zag een soldaat licht in het bos! Hij hoorde heel veel lawaai! Hij wist helemaal niet wat het geluid was, maar toch sloeg hij alarm in de stad Rome. Na 10 minuten kwam hij in Rome en riep vermoeid:”Kelten,Kelten!!!” Toen viel hij dood neer door een pijl van de Kelten. Er was ernstige paniek in de stad. De kapitein dacht bij zichzelf:”Dit kan niet.”Voor zijn neus zag hij wel 10.000 Keltische soldaten en meer dan 15 aanvalstorens om tegen de muur te plaatsen. Ondertussen heerste er onder de burgers van Rome grote chaos: Iedereen liep door elkaar,huizen vlogen al in brand. De pijlen vlogen in het rond, de katapulten zetten zich klaar, de oorlog was begonnen!!!!!! Vreemd genoeg ging ondertussen het feestje van de generaal, Juliõ César, maar verder. Het was een ramp dat ze bleven feesten, want de stadspoort was al in handen van de Kelten. Er werd zo hard gevochten! In de hoop lijken lag ook de zoon van Juliõ César en toen hij hoorde dat zijn zoon daar lag te rotten voor de kraaien, was hij zo boos dat zijn soldaten hun posten verlieten en dat ook de schat niet meer veilig was. Toen ging de generaal met zijn soldaten op de Kelten af. Natuurlijk stond de schat van Juliõ César daar maar onbewaakt, dus besloten de Kelten om de schat in beslag te nemen. Zo had de vrekkige generaal enkel nog een huis en verder niets (zelfs geen zoon)! De Kelten waren rijk en rond het jaar 400 voor Christus werd Rome ingepalmd door de Kelten en hun vrienden, de Macedoniers! Einde